Eindejaarstips 2022: (Vermogende) Particulieren

2023 is in zicht. Welke acties moet u nog nemen (of eventueel uitstellen) om de fiscale faciliteiten volledig te benutten? Mazars heeft de belangrijkste fiscale tips voor u op een rij gezet.

Optimale benutting van de (jaarlijkse) schenkingsvrijstellingen en/of tarieven

  • Door te schenken vermindert uw vermogen en kunt u optimaal gebruik maken van vrijstellingen en progressieve tarieven voor de schenkbelasting. Jaarlijks kan er € 5.677 (2022) / € 6.035 (2023) belastingvrij worden geschonken aan kinderen. In alle andere gevallen kan er € 2.274 (2022) / € 2.418 (2023) belastingvrij worden geschonken.
  • Voor schenkingen van ouders aan kinderen geldt onder voorwaarden een eenmalige schenkbelastingvrijstelling van € 27.231 (2022) / € 28.947 (2023). Verder geldt onder voorwaarden een schenkbelastingvrijstelling (voor eenieder) van € 106.671 (2022) indien het bedrag een schenking ten behoeve van een eigen woning betreft (Jubelton). Deze schenkingsvrijstelling wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot € 28.947 en per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft.  De besteding van de schenking kan over drie jaren worden uitgespreid. Voor schenkingen voor welke in 2022 voor het eerst een beroep op de vrijstelling eigen woning wordt gedaan, betekent dit dat deze uiterlijk 31 december 2024 besteed moeten zijn ten behoeve van de eigen woning. 
  • Het meerdere is tot een belastbare verkrijging van € 130.425 (2022) / € 137.077 (2023) belast tegen 10% (verkrijging door partner of kinderen), 18% (verkrijging door kleinkinderen) of 30% (verkrijging door anderen) en daarboven tegen 20% (verkrijging door partner of kinderen), 36% (verkrijging door kleinkinderen) of 40% (verkrijging door anderen).

Wij informeren u graag over een bij uw situatie passende schenkingsronde in 2022 alsmede over de voorwaarden voor een beroep op eenmalig verhoogde vrijstellingen.

Schenkingen via notariële schuldigerkenning

Door te schenken via een zogenoemde notariële schuldigerkenning kan het liquiditeitsbeslag worden beperkt. Het geschonken bedrag wordt als het ware onmiddellijk teruggeleend van de verkrijger. Bij een schenking onder schuldigerkenning is de schenker om fiscale redenen verplicht jaarlijks 6% rente te vergoeden aan de verkrijger. Deze rente moet jaarlijks daadwerkelijk worden betaald. Gunstig effect hiervan is dat de verplichte jaarlijkse rentebetaling feitelijk een schenkbelastingvrije vermogensoverheveling vormt. Uiteraard dient onder meer rekening te worden gehouden met het liquiditeitsbeslag van de jaarlijkse levenslange renteverplichting alsmede de druk die dit (ook in een latere levensfase) kan leggen op de vermogenspositie van de schenker. Graag adviseren wij u over een passende schenkingsplanning.  

“Administratie” afgelopen jaar bijwerken

Indien in de huwelijkse voorwaarden een zogenoemd periodiek verrekenbeding is opgenomen, is het raadzaam om dit tijdig uit te (laten) voeren. Op basis van een periodiek verrekenbeding dienen echtgenoten de inkomsten die in het verstreken jaar zijn gespaard met elkaar volgens afspraak te verrekenen. Het eind van het jaar / begin van volgend jaar is een geschikt moment om de uiteindelijke financiële balans op te maken. In de praktijk blijkt vaak dat echtgenoten tijdens het huwelijk geen uitvoering geven aan een periodiek verrekenbeding. In dat geval is het raadzaam tot een opschoning te komen.

Bij een schenking onder schuldigerkenning is de schenker verplicht jaarlijks 6% rente te vergoeden aan de verkrijger. Om te voorkomen dat de schenker het genot heeft behouden van schuldig erkende bedragen is het van belang dat de verschuldigde rente daadwerkelijk wordt betaald. Het eind van het jaar is een passend moment om deze schenkingsrente te voldoen.

Mogelijke versobering of afschaffing van bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Vooralsnog lijkt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) intact te blijven. Het kabinet heeft eerder aangegeven zich de komende jaren wel te zullen inzetten om opmerkelijke belastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen aan te pakken waarbij de BOR expliciet genoemd wordt. Onderdeel daarvan is in ieder geval het niet meer van toepassing verklaren van de BOR op verhuurd vastgoed. Er wordt gewacht op een kabinetsreactie waarbij het kabinet “zal ingaan op wat nodig is om te voldoen aan de afspraken uit het coalitieakkoord, namelijk het ondersteunen van de continuïteit van familiebedrijven door reële bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken en oneigenlijk gebruik van de vrijstelling tegen te gaan.”

Voor meer informatie over een recent ingediend initiatiefwetsvoorstel verwijzen wij u naar ons onlangs gepubliceerde artikel.

UBO-register (Ultimate Beneficial Owner)

Het Nederlandse UBO-register is op 27 september 2020 in werking getreden. Vanaf 27 september 2020 zijn diverse organisaties (“registratieplichtigen”) verplicht om een aantal persoonlijke gegevens over hun UBO’s in te winnen en deze te registreren in het UBO-register.

Per 1 november 2022 is ook het Nederlandse UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies in werking getreden. In dit UBO-register worden bepaalde persoonlijke gegevens opgenomen van de UBO’s van trusts en soortgelijke juridische constructies, waaronder het fonds voor gemene rekening. Voor dit register kan registratie nog geschieden tot uiterlijk 1 februari 2023.

Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak gedaan over de verenigbaarheid van het UBO-register met het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze uitspraak is gedaan naar aanleiding van prejudiciële vragen die de Luxemburgse rechter had gesteld. Het Hof oordeelt dat de voorgeschreven publieke toegankelijkheid tot de informatie in het UBO-register ongeldig is. Naar aanleiding van deze uitspraak is door de minister van Financiën aan de Kamer van Koophandel gevraagd per direct tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer te verzorgen. Sinds dinsdag 22 november zijn de UBO-gegevens niet meer openbaar en is het niet meer mogelijk om een KVK-uittreksel UBO-register aan te vragen. Aangegeven is dat de uitspraak niet van invloed is op de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren.

Wetsvoorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap

Het wetsvoorstel waarmee excessief lenen van de eigen vennootschap wordt ontmoedigd, is op 17 juni 2020 ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel inmiddels aangenomen en de Eerste Kamer zal hierover waarschijnlijk nog dit jaar stemmen. Bij aanneming treedt de wet op 1 januari 2023 in werking. Indien en voor zover in totaal meer wordt geleend dan € 700.000 zal aanmerkelijkbelangheffing (box 2) verschuldigd zijn. Het “toetsmoment” om te bepalen of sprake is van excessief lenen is gesteld op 31 december (voor het eerst aldus 31 december 2023). Het kabinet wil op deze manier de fiscale prikkel weghalen om geen dividend of loon uit te keren en in plaats daarvan geld te lenen van de BV. Schuldreductie kan ook vanuit de vermogenspositie in privé passend zijn. U kunt meer lezen over dit onderwerp in ons eerder gepubliceerde artikel.

Meer weten?

Graag bezien wij uw maatwerkadvisering richting het einde van het jaar 2022. Wilt u meer informatie over de eindejaarstips? Neem dan contact op met Sanne Jansen per e-mail of telefoon +31 (0)88 277 12 08 of met Mike Vrijmoed per e-mail of telefoon +31 (0)88 277 10 12. Zij helpen u graag.