Standpunten kennisgroepen Belastingdienst voor maatschappelijke organisaties

21 april 2023 - De standpunten van de kennisgroepen van de Belastingdienst worden sinds 30 maart 2023 openbaar gemaakt op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl. In de kennisgroepen zitten experts van de Belastingdienst. Zij nemen standpunten in na uitgebreide analyses van vragen die opkomen hoe een bepaalde wettelijke regel moet worden uitgelegd en toegepast. Dit zorgt voor eenheid van beleid en uitvoering van regelgeving door de Belastingdienst. Ook voor maatschappelijke organisaties zijn inmiddels diverse relevante standpunten ingenomen en gepubliceerd. Daar willen wij u graag op wijzen.

Voor de loonbelasting (voor meer vragen kunt u contact opnemen met marjolein.frencken@mazars.nl).

Reiskosten- en thuiswerkvergoeding bij ouderschapsverlof

Betaald ouderschapsverlof is inmiddels (voor een periode van negen weken) een wettelijk recht. Afhankelijk van het moment en de wijze van opname (in meerdere kalenderjaren resp. aaneensluitend of met tussenposes) dient u op te letten of er al dan niet een aanpassing van een vaste onbelaste reis- dan wel thuiswerkkostenvergoeding moet worden doorgevoerd. Een langere aaneensluitende opname in een kalenderjaar leidt in de regel sneller tot een aanpassing (verlaging) van deze vaste onkostenvergoeding dan wanneer gekozen wordt voor een gespreide opname van het ouderschapsverlof al dan niet over meerdere kalenderjaren.  

Vergoeding kosten voor inschrijving in een beroepsregister

Een vergoeding of verstrekking ter zake of in de vorm van de inschrijving in een beroepsregister is gericht vrijgesteld en dus onbelast als deze inschrijving (1) wettelijk is voorgeschreven of (2) door de beroepsgroep is opgelegd of (3) niet verplicht is, maar sprake is van voldoende kwaliteitsborging vanuit de beroepsvereniging. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten voor de inschrijving in het BIG-register voor artsen gericht vrijgesteld, maar de kosten voor de inschrijving in de beroepsvereniging PPINK (Pedagogische professionals in kinderopvang) niet.  

Terugeisen laadpaal auto van de zaak

Er is geen sprake van belast loon als een werkgever een laadpaal die eigendom werd van de werknemer, bijvoorbeeld door natrekking, niet terugeist bij einde lease- of arbeidsovereenkomst. Dit kan wel – afhankelijk van de feiten en omstandigheden – anders zijn als de werkgever een teruggaafbeding stelde bij de verstrekking. 

Onbelaste maaltijdvergoeding

Indien er aannemelijk kan worden gemaakt dat er sprake is van een meer dan bijkomstig zakelijk karakter zoals overwerk of een werklunch, kan een onbelaste maaltijdvergoeding worden gegeven. De kennisgroep heeft in het handboek loonheffingen voorbeelden gegeven wanneer hier sprake van is en hier kan vertrouwen aan worden ontleend. Andere situaties om een onbelaste maaltijdvergoeding te geven blijven mogelijk, zolang dit aannemelijk kan worden gemaakt.

Voor de btw (voor meer vragen kunt u contact opnemen met sander.vankreijl@mazars.nl).

Koepelvrijstelling

Een vanwege de vennootschapsbelasting toegepaste winstopslag (‘markup’) leidt ertoe dat de btw-koepelvrijstelling voor diensten aan haar leden niet door de koepelorganisatie kan worden toegepast. Een opslag voor reserveringen ten behoeve van toekomstige uitgaven en investeringen daarentegen staat daar niet in de weg.

Museum

Hoewel het begrip museum normaliter een verzameling van fysieke werken impliceert, kan het verlaagde btw tarief ook toegepast worden voor musea met collecties digitale of audiovisuele werken..

Digitale kunst

De levering van kunstwerken valt onder het verlaagde btw-tarief wanneer het tastbare goederen betreft. Een digitaal kunstwerk is geen tastbaar goed. De levering van een digitaal kunstwerk valt daarom onder het algemene btw-tarief (21%).

Elektronisch onderwijs

Onderwijs kan vrijgesteld van btw zijn. Of onderwijs in een klaslokaal of online plaatsvindt, is niet van belang. Wel is het belangrijk dat er voor de toepassing van de onderwijsvrijstelling sprake is van een onderwijsvorm waarbij interactie mogelijk is tussen docent en cursist vóór, tijdens of ná de cursus. 

Voor de vennootschapsbelasting (voor meer vragen kunt u contact opnemen met netty.vankreveld@mazars.nl).

Subsidiebesluit – afsplitsen activiteiten – belastingplicht stichtingen en verenigingen

Sinds 2005 kennen we het zogenoemde Subsidiebesluit in het kader van de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen en verenigingen. Eén van de goedkeuringen is dat een stichting of vereniging niet is onderworpen aan vennootschapsbelasting als het uitsluitend gesubsidieerde diensten verricht, eventueel met eigen bijdragen van degenen voor wie de stichting of vereniging deze activiteiten verricht.

De kennisgroep heeft in haar standpunt bevestigd dat het afsplitsen van niet-gesubsidieerde activiteiten naar een vennootschap waarvan de stichting aandeelhouder wordt, niet kan bijdragen aan het voldoen aan de voorwaarden. De mogelijkheid dat dividenduitkeringen vanuit de bv kunnen worden ontvangen, maakt dat geen sprake is van volledige subsidieafhankelijkheid. Ook eventuele inkomsten uit bijvoorbeeld het uitlenen van personeel maakt dat niet wordt voldaan aan de volledige subsidieafhankelijkheid. 

Voorschoolse educatie en onderwijsvrijstelling

Voorschoolse educatie is onderwijs in de zin van de onderwijsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting. En, voor zover de van de gemeente ontvangen subsidie is toe te rekenen aan de voorschoolse educatie, kwalificeert deze bekostiging voor de onderwijsvrijstelling.

Zorgvrijstelling - winstbestemmingseis

De strikte toepassing van de winstbestemmingseis voor de zorgvrijstelling is wederom bevestigd. Het is niet voldoende dat in de statuten een verplichting van verbintenisrechtelijke aard voor niet-kwalificerende aandeelhouders is opgenomen. Deze verplichting bepaalt dat alle uitkeringen op de door hen gehouden aandelen ten goede komen aan een vrijgesteld zorglichaam (op basis van artikel 5, eerste lid, onderdeel c, Wet Vpb 1969) dan wel een lichaam dat het maatschappelijk belang dient. In de situatie, waarbij een zorglichaam niet uitsluitend kwalificerende aandeelhouders heeft, wordt niet voldaan aan de winstbestemmingseis.

Voor ANBI’s (Algemeen Nut Beogende Instellingen) (voor meer vragen kunt u contact opnemen met marieke.vankooten@mazars.nl).

Commerciële tarieven in relatie tot ANBI’s

Een ANBI mag commerciële activiteiten verrichten om de middelen te verkrijgen om haar doelstelling te realiseren. Als de instelling voor haar commerciële activiteiten een commercieel tarief hanteert – een tarief dat is gericht op het behalen van exploitatieoverschotten – kan deze instelling niet (meer) worden aangemerkt als een ANBI. Bij het beoordelen of sprake is van commerciële tarieven mag alleen rekening worden gehouden met de direct en indirect aan de algemeen nuttige activiteiten toe te rekenen kosten en uitgaven. Er mag onder andere geen rekening worden gehouden met fictieve loonkosten voor vrijwilligers, dit zijn geen daadwerkelijk gemaakte kosten.

Giftenaftrek bij funding ANBI vanuit eigen onderneming

Giften die door de bv – in het kader van haar MVO-beleid – worden gedaan aan een door haar aandeelhouder (een natuurlijk persoon) opgerichte ANBI-stichting, kwalificeert voor de vennootschapsbelasting als zakelijke en dus aftrekbare uitgave tenzij en voor zover sprake is van een winstuitdeling. 

Toepassen multiplier giftenaftrek bij negatieve winst

Negatieve winst bij een vennootschapsbelastingplichtig lichaam staat het toepassen van de multiplier (verhogen van de gift aan een culturele ANBI met 25%, met een maximum van € 1.250) niet in de weg, nu de multiplier aansluit bij het bedrag van de aan een culturele instelling gedane giften (en niet bij de winst).

Meer weten?

Heeft u nog vragen over de standpunten die de kennisgroepen van de Belastingdienst hebben opgenomen voor maatschappelijke organisaties, neem dan contact op met onze fiscaal adviseurs van de marktgroep Maatschappelijke organisaties.