Wijzigingen voor de beleggingsstructuren FGR, VBI en FBI

16 maart 2023 - Op 8 maart 2023 heeft het kabinet een wetsvoorstel gepubliceerd dat aanzienlijke veranderingen brengt voor FGR’s, VBI’s en FBI’s. Dit zijn beleggingsstructuren met afwijkende fiscale regels. Ze worden gebruikt om gezamenlijk te beleggen, van familieverband tot grote beleggingsfondsen. De voorgestelde wijzigingen hebben mogelijk gevolgen voor u.

Fonds voor gemene rekening (FGR)

Een fonds voor gemene rekening (FGR) is een contract tussen een beheerder, de bewaarder van vermogen en haar deelnemers die een participatie kopen waarmee ze delen in de winst. Een FGR kan fiscaal op twee manieren worden behandeld. De eerste manier is een open FGR. Dit houdt in dat de participaties vrij verhandelbaar zijn, dus zonder toestemming van alle overige participanten buiten de eigen groep mogen worden aangeboden. De eigen groep bestaat uit de participanten, hun afstammelingen, de beheerder en het fonds zelf. De tweede manier is een besloten FGR. Dit is het geval wanneer de participaties alleen binnen die die groep mogen worden overgedragen.

Een verschil is dat een open FGR jaarlijks vennootschapsbelasting betaalt over haar winst en bij uitdeling van de winst inkomstenbelasting. Een besloten FGR betaalt geen vennootschapsbelasting. In plaats daarvan is zij transparant, wat inhoudt dat diezelfde winst wel belast is, maar dan bij de participanten. De keuze voor een open of besloten FGR is afhankelijk van de hoogte van belastingheffing bij de participanten.

Voorgesteld wetsvoorstel

Het kabinet wil de eisen die worden gesteld aan een open FGR aanpassen, waardoor veel FGR’s die nu nog open zijn transparant worden. Om vanaf 1 januari 2024 nog te kwalificeren als open FGR, moet een FGR (1) onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank en bovendien (2) gereguleerd zijn onder de Autoriteit Financiële Markten. Dit is dus een dubbele eis waar veel kleinere FGR’s niet aan kunnen voldoen. Deze FGR’s worden daardoor besloten en zullen geen vennootschapsbelasting meer betalen. De participanten zullen voortaan zelf belasting moeten gaan betalen over hun aandeel in de winst, wat tot hogere heffing kan leiden. Daarnaast kunnen participanten van zo’n FGR verlangen dat winsten worden uitgekeerd in plaats van geherinvesteerd, zodat zij de middelen hebben om hun belasting te voldoen.

Overgangsregeling

Bij een FGR die door dit wetsvoorstel verandert van een open naar besloten FGR worden de stille reserves, goodwill en fiscale reserves direct belast met vennootschapsbelasting. Bij participanten kan de volledige - in het verleden opgetreden - waardestijging ineens belast worden met inkomstenbelasting. Om dit schokeffect te beperken wordt een overgangsregeling voorgesteld. De hiervoor beschreven heffing van vennootschaps- en inkomstenbelasting mag worden uitgesteld. De methode om dit te bereiken is wel administratief veeleisend, zo moeten de participanten een deel van de administratie van de FGR voortzetten. Voor zover wel belastingheffing optreedt, wordt een betalingsregeling aangeboden voor een periode van tien jaar. De overgangsregeling kan heffing van overdrachtsbelasting veroorzaken als de FGR vastgoed in Nederland bezit. Voor deze heffing wordt, onder voorwaarden, een tijdelijke vrijstelling geïntroduceerd.

Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)

Beleggingsfondsen kunnen ook de status van vrijgestelde beleggingsinstelling (“VBI”) aanvragen. De VBI-status heeft tot doel de belastingdruk op beleggingsrendementen uit een VBI gelijk te laten zijn aan de situatie waarin een participanten rechtstreeks in de financiële instrumenten had belegd. Een VBI heeft daardoor als voordeel dat collectief kan worden belegd, bijvoorbeeld om grotere bedragen samen te brengen, zonder dat de belastingdruk toeneemt. Dit wordt bereikt doordat de VBI-status een fonds vrijstelt van de heffing van vennootschapsbelasting en dividendbelasting. Aan de VBI-status worden voorwaarden gesteld. Zo mag een VBI alleen beleggen in financiële instrumenten en niet in vastgoed. Hoewel een VBI is vrijgesteld, kan bij de participanten in een VBI wel belastingheffing plaatsvinden. Die heffing is afhankelijk van  meerdere factoren, bijvoorbeeld hun rechtsvorm, de omvang van hun participatie en hun woonland.

Voorgesteld wetsvoorstel

Net als bij de open FGR, wil het kabinet nieuwe voorwaarden voor VBI’s introduceren. Ook VBI’s moeten vanaf 1 januari 2024 onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank en bovendien gereguleerd zijn onder de Autoriteit Financiële Markten. En net als voor open FGR’s is de verwachting dat VBI’s met een kleine groep participanten, bijvoorbeeld uit dezelfde familie, niet aan de nieuwe voorwaarden kunnen voldoen. Dit betekent dat zij belastingplichtig zullen worden voor de vennootschaps- en dividendbelasting. Voor het verlies van de VBI-status is echter geen overgangsregeling ontworpen.

(Vastgoed) fiscale beleggingsinstelling (FBI)

Beleggingsfondsen kunnen als alternatief voor de VBI-status, de status van fiscale beleggingsinstelling aanvragen (“FBI”). Met de FBI-status betaalt een fonds geen vennootschapsbelasting, maar is zij wel onderworpen aan de dividendbelasting. Ook aan de FBI-status worden voorwaarden gesteld. Zo moet sprake zijn van een naamloze vennootschap, besloten vennootschap of FGR. Daarnaast moet een FBI haar jaarlijkse winst grotendeels uitkeren aan haar participanten, zodat de winst bij de participanten in de heffing kan worden betrokken. In tegenstelling tot een VBI, mag een FBI wel beleggen in vastgoed.

Voorgesteld wetsvoorstel

Vanaf 1 januari 2025 mag een FBI niet meer beleggen in vastgoed. FBI’s die na 1 januari 2025 wel (blijven) beleggen in vastgoed verliezen hun FBI-status en moeten daardoor vennootschapsbelasting betalen over hun winsten. FBI’s mogen nog wel indirect in vastgoed blijven beleggen, bijvoorbeeld via een deelneming. Hieraan worden voorwaarden verbonden, zo moet in binnenlandse situaties die deelneming vennootschapsbelasting betalen en mag de FBI zich niet bemoeien met het bestuur van de deelneming. Voor FBI’s die door deze maatregel geraakt worden is een overgangsregeling aangekondigd die het mogelijk maakt te herstructureren zonder dat overdrachtsbelasting verschuldigd is. Die faciliteit mag alleen in het jaar 2024 worden toegepast.

Wat zijn de gevolgen?

De fiscale belangen voor beleggingsfondsen die via een FGR, VBI, FBI zijn gestructureerd zal de impact groot zijn. Op dit moment is nog sprake van een wetsvoorstel. De periode tussen het moment waarop de wijzigingen definitief zijn en de ingangsdatum, 1 januari 2024, is kort. Daarom doen FGR’s, VBI’s en FBI’s er verstandig aan zo spoedig mogelijk de gevolgen van deze wijzigingen in kaart te brengen en waar nodig actie te ondernemen met bijvoorbeeld het toepassen van overgangsregelingen of een alternatieve structuuraanpassing doorvoeren.

Meer weten?

Bent u participant, aandeelhouder, beheerder of bestuurder van een FGR, VBI of FBI en heeft u vragen over de gevolgen van dit wetsvoorstel neem dan vrijblijvend contact op met Arno van der Wijk per e-mail of per telefoon: +31 06 41 65 7011 of met Diede Westerman per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 20 43. Zij helpen u graag.

Interessant voor u: